Warmtepomp met gesloten collector of open bron

 

Werking gesloten collectoren
Is de water/water warmtepomp gekoppeld aan een gesloten collector, dan wordt in het gesloten circuit een vorstvrij mengsel van water en een antivriesmiddeloplossing rondgepompt. Dit watermengsel neemt zogenaamde laagwaardige warmte op uit de bodem, uit oppervlaktewater of uit de gevel of het dak van een gebouw en transporteert het naar de warmtepomp.

 

Werking open bronnen
Maakt de water/water warmtepomp gebruik van een open bron, dan wordt water uit diepere grondlagen of uit bijvoorbeeld een rivier, kanaal of meer via een filter verpompt naar een platenwarmtewisselaar. De platenwarmtewisselaar onttrekt vervolgens laagwaardige warmte aan dit water en geeft deze warmte af aan een tussen medium van water (waaraan eventueel een koudemiddel is toegevoegd) dat in de warmtepomp in een gesloten circuit rondpompt. Het afgekoelde bron- of oppervlaktewater wordt vervolgens naar de open bron of het oppervlaktewater teruggevoerd, waarbij de warmtewisselaar de laagwaardige warmte aan het oppervlaktewater onttrekt.

De warmtepomp waardeert deze warmte op tot een bruikbare temperatuur voor het leveren van verwarming en/of het produceren van warmtapwater. Het is uiteraard van belang dat de oppervlaktewatercollector voldoende warmte aan het water kan onttrekken. Diep of stromend water geeft hierbij het beste resultaat.


Omzetten van laagwaardige warmte in bruikbare energie
In de warmtepomp laat het expansieventiel vanuit de condensor (waar een hoge druk heerst) steeds een hoeveelheid water met koudemiddel door naar de verdamper. In de verdamper daalt de druk sterk, waardoor het watermengsel gaat koken en verdampt tot het gasvormig wordt. De warmte die nodig is om dit verdampingsproces gaande te houden, wordt onttrokken aan het circulerende watermengsel in de verdamper. De compressor van de warmtepomp zuigt het gas vervolgens aan en transporteert het naar de condensor. Tijdens dit proces nemen de druk en de temperatuur sterk toe.

In de condensor koelt het gas af door het relatief koele water van de cv-installatie. Hierdoor condenseert het gas en wordt het weer vloeibaar. Daarbij komt alle opgenomen warmte uit de bodem of het oppervlaktewater en van de compressor weer vrij en wordt het overgedragen op het circulerende water in het afgiftesysteem. Deze hoogwaardige warmte kan worden benut voor ruimteverwarming, zwembadverwarming en het verwarmen van tapwater. Tot slot stroomt het watermengsel onder hoge druk terug naar het expansieventiel. Hier kan het weer verdampen en begint het gehele proces opnieuw.